In het vorige hoofdstuk heb ik verschillende religies die voorkomen in ons land beshreven, en ik heb hierop mijn Christelijke visie gegeven. Dit heeft ook gevolgen voor mijn godsdienstonderwijs, in dit hoofdstuk beantwoord ik de vraag: hoe wil ik in mijn godsdienstonderwijs omgaan met het feit dat we in een multiculturele samenleving wonen? Dit behandel ik in het eerste gedeelte van dit hoofdstuk, vervolgens wil ik aangeven hoe ik denk over de multi-etnische school.
Voor ik aan dit hoofdstuk begon ging ik voor mezelf nadenken over godsdienstonderwijs in een multiculturele samenleving, over Bijbellessen geven terwijl er ook moslimkinderen in de klas zitten. Wat wil ik hier mee? Wil ik ‘zieltjes winnen’? En dus zoveel mogelijk getuigen om deze kinderen tot inkeer te brengen? Of wil ik hen hun eigen religie laten beleven en misschien zelfs iets van hen leren voor mijn geloof?
Ontmoeting
Bij mij kwam het woord ‘ontmoeting’ naar voren, dat is wat ik wil in een klas met verschillende kinderen (vanuit verschillende geloven): ontmoeting.
Concreet: Ik wil in mijn klas kinderen andere godsdiensten laten ontmoeten. Ik wil daarom de belangrijke godsdiensten die in ons land voorkomen, op voor hen begrijpelijke wijze, behandelen. Vertellen wat zij geloven en eventueel een vergelijking maken met het Christendom. Dit geloof mag dicht bij hen komen om zo te zien wat dit geloof inhoudt, om te zorgen dat kinderen hier geen vooroordelen over krijgen. Wanneer ik ook kinderen in de klas heb die een ander geloof aanhangen, dan komt het helemaal dichtbij. Ik vind het goed dat ook deze kinderen hun geloof een plek kunnen geven en hierover mogen vertellen. Ik wil hierbij begrip creëren bij kinderen voor andermans geloof.
Als ik naar mijzelf kijk is het ook zo gegaan. Door in contact te komen met moslims en niet gelijk vooroordelen te hebben, maar interesse te tonen in hun godsdienst en levenswijze, begrijp ik nu veel beter wat moslims geloven en waarom ze een bepaalde manier van leven hebben.
Als ik kijk naar de Bijbel geloof ik ook dat het de bedoeling is dat we in vrede met elkaar omgaan. Jezus was er voor iedereen, hij was er niet alleen voor de Joden, maar ook voor mensen die niet in Hem geloofden. In de Bijbel wordt ook vaak gesproken over vreemdelingen in ons midden, dat we (in mijn eigen woorden) voor hen moeten zorgen, hen welkom moeten heten en dus zeker niet gaan veroordelen.
Bij mij kwam het woord ‘ontmoeting’ naar voren, dat is wat ik wil in een klas met verschillende kinderen (vanuit verschillende geloven): ontmoeting.
Concreet: Ik wil in mijn klas kinderen andere godsdiensten laten ontmoeten. Ik wil daarom de belangrijke godsdiensten die in ons land voorkomen, op voor hen begrijpelijke wijze, behandelen. Vertellen wat zij geloven en eventueel een vergelijking maken met het Christendom. Dit geloof mag dicht bij hen komen om zo te zien wat dit geloof inhoudt, om te zorgen dat kinderen hier geen vooroordelen over krijgen. Wanneer ik ook kinderen in de klas heb die een ander geloof aanhangen, dan komt het helemaal dichtbij. Ik vind het goed dat ook deze kinderen hun geloof een plek kunnen geven en hierover mogen vertellen. Ik wil hierbij begrip creëren bij kinderen voor andermans geloof.
Als ik naar mijzelf kijk is het ook zo gegaan. Door in contact te komen met moslims en niet gelijk vooroordelen te hebben, maar interesse te tonen in hun godsdienst en levenswijze, begrijp ik nu veel beter wat moslims geloven en waarom ze een bepaalde manier van leven hebben.
Als ik kijk naar de Bijbel geloof ik ook dat het de bedoeling is dat we in vrede met elkaar omgaan. Jezus was er voor iedereen, hij was er niet alleen voor de Joden, maar ook voor mensen die niet in Hem geloofden. In de Bijbel wordt ook vaak gesproken over vreemdelingen in ons midden, dat we (in mijn eigen woorden) voor hen moeten zorgen, hen welkom moeten heten en dus zeker niet gaan veroordelen.
Moderne spiritualiteitWanneer we het over moderne spiritualiteit en meer occulte zaken hebben ben ik voorzichtiger. Ik durf nu het woord ontmoeting niet te gebruiken, bovenstaande geldt meer voor de wereldgodsdiensten. De reden dat ik dit onderdeel opneem in mijn visiestuk is dat kinderen er mee geconfronteerd kunnen worden, ik ken verhalen van kinderen in een basisschoolklas die deden aan het oproepen van Maria-beelden en waarbij dit ook echt gebeurde. Daarom vind ik dat kinderen moeten weten wat het is. Dit kan zijn wanneer kinderen hier zelf vragen over gaan stellen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een televisieprogramma of verhalen uit de buurt. Maar ik denk dat het sowieso goed is om eens in groep 7 of 8 aan bod te laten komen. Kinderen weten dan waarom mensen zulke dingen doen en wat het gevaar is van zulke activiteiten. Het is iets waar ik kinderen voor wil waarschuwen. Maar dit is natuurlijk niet een onderwerp dat je zomaar even behandeld, ik besef me dat ik hierin heel voorzichtig moet zijn met wat ik wel en niet vertel en hoe ik dit vertel. Kinderen kunnen er namelijk ook erg bang van worden.
Multi-etniciteit in de klas Het zou heel goed kunnen dat ik in mijn klas kinderen krijg die moslim zijn, die hindoe zijn etc. Hoe ga ik daar mee om? In hoofdstuk 3 noem ik enkele doelstellingen voor het godsdienstonderwijs:
- Kinderen kunnen een Bijbelse boodschap vertalen naar hun eigen leven nu
- Kinderen vormen een Bijbels Godsbeeld
- Kinderen vormen een mening over het Christelijk geloof
- Kinderen weten Wie God is
In het vorige hoofdstuk heb ik laten zien dat ik niet geloof dat alle godsdiensten dezelfde god vereren, ik geloof dus ook niet dat een moslim of hindoe in de juiste God geloven. Toch laat ik deze doelen in dit hoofdstuk gewoon staan, dit is ook wat ik met kinderen wil bereiken die een andere religie van huis uit meekrijgen. Ook hen wil ik in deze basisschoolperiode wat meegeven van mijn geloof, ik geloof namelijk dat God de ware God is. Maar ik wil hen het Christelijke geloof niet opleggen en zorg er dus voor dat er openheid blijft. Wel denk ik dat er voor mij richting alle kinderen in de klas de taak ligt om te getuigen en hoop ik natuurlijk dat elk kind God leert kennen.
Hoe ziet dit er in de klas dan uit? Ik verwacht van alle kinderen dat ze meedoen tijdens het godsdienstonderwijs. Dat opletten tijdens het verhaal, dat ze meedenken bij een bespreking, dat ze meezingen met de liederen, dat ze meedoen met een verwerking etc. Ook verwacht van alle kinderen dat ze eerbiedig zijn tijdens het bidden, ze hoeven niet per se hun handen te vouwen. Maar elk kind mag ook gebedspunten aandragen en tijdens een gezamenlijk gebed mag elk kind hardop bidden. Dit hoort ook bij de geloofsgemeenschap waar ik het over heb in hoofdstuk 3.
- Kinderen kunnen een Bijbelse boodschap vertalen naar hun eigen leven nu
- Kinderen vormen een Bijbels Godsbeeld
- Kinderen vormen een mening over het Christelijk geloof
- Kinderen weten Wie God is
In het vorige hoofdstuk heb ik laten zien dat ik niet geloof dat alle godsdiensten dezelfde god vereren, ik geloof dus ook niet dat een moslim of hindoe in de juiste God geloven. Toch laat ik deze doelen in dit hoofdstuk gewoon staan, dit is ook wat ik met kinderen wil bereiken die een andere religie van huis uit meekrijgen. Ook hen wil ik in deze basisschoolperiode wat meegeven van mijn geloof, ik geloof namelijk dat God de ware God is. Maar ik wil hen het Christelijke geloof niet opleggen en zorg er dus voor dat er openheid blijft. Wel denk ik dat er voor mij richting alle kinderen in de klas de taak ligt om te getuigen en hoop ik natuurlijk dat elk kind God leert kennen.
Hoe ziet dit er in de klas dan uit? Ik verwacht van alle kinderen dat ze meedoen tijdens het godsdienstonderwijs. Dat opletten tijdens het verhaal, dat ze meedenken bij een bespreking, dat ze meezingen met de liederen, dat ze meedoen met een verwerking etc. Ook verwacht van alle kinderen dat ze eerbiedig zijn tijdens het bidden, ze hoeven niet per se hun handen te vouwen. Maar elk kind mag ook gebedspunten aandragen en tijdens een gezamenlijk gebed mag elk kind hardop bidden. Dit hoort ook bij de geloofsgemeenschap waar ik het over heb in hoofdstuk 3.
Verschillend
In de praktijk zal de uitwerking van mijn visie verschillen per school. Zo zal het veel uitmaken of ik op een ‘witte’ dorpsschool op de Veluwe lesgeef of op een ‘zwarte’school in Rotterdam. In Rotterdam zou ik bijvoorbeeld minder snel de catechismus bespreken, dit is namelijk voor die kinderen niet erg te begrijpen.
In de praktijk zal de uitwerking van mijn visie verschillen per school. Zo zal het veel uitmaken of ik op een ‘witte’ dorpsschool op de Veluwe lesgeef of op een ‘zwarte’school in Rotterdam. In Rotterdam zou ik bijvoorbeeld minder snel de catechismus bespreken, dit is namelijk voor die kinderen niet erg te begrijpen.
De multi-etnische Christelijke schoolIn Nederland wonen steeds meer mensen met verschillende achtergronden, verschillende culturen en verschillende religies. Ook op basisscholen komen daarom steeds meer verschillende kinderen. Oftewel er ontstaan meer multi-etnische scholen, wanneer we het dan over de echte ‘zwarte’ scholen hebben dan gaat het echt nog over de randstad. Maar, voor mij, ook dichterbij komen er op scholen steeds meer allochtone kinderen, al zou ik deze nog geen multi-etnische scholen noemen.
Wanneer ik in dit geval spreek over de multi-etnische school, dan ga ik uit van een ‘zwarte’ school in de Randstad (of een andere grote stad). Nu hebben we het over de multi-etnische christelijke school, een ‘zwarte’ school in de Randstad waar men een christelijke visie heeft van waaruit gewerkt wordt. Het gaat op zo’n school denk ik echt om de ontmoeting van de culturen. Als leerkracht heb je hier wel een zware taak, er zullen namelijk weinig tot geen christelijke kinderen in de klas zitten, hoe ga je dan je christelijke godsdienstonderwijs vormgeven?
Wanneer ik in dit geval spreek over de multi-etnische school, dan ga ik uit van een ‘zwarte’ school in de Randstad (of een andere grote stad). Nu hebben we het over de multi-etnische christelijke school, een ‘zwarte’ school in de Randstad waar men een christelijke visie heeft van waaruit gewerkt wordt. Het gaat op zo’n school denk ik echt om de ontmoeting van de culturen. Als leerkracht heb je hier wel een zware taak, er zullen namelijk weinig tot geen christelijke kinderen in de klas zitten, hoe ga je dan je christelijke godsdienstonderwijs vormgeven?
Mijn visieAlle kinderen moeten toegelaten worden op een school, ook op een christelijke school. En als leerkracht ben je er dan alsnog voor elk kind, of het nu christelijk is of niet. Het is daarbij wel belangrijk om duidelijk te zijn over de visie van de school zodat ouders weten waarvoor ze kiezen. Ik verwacht vervolgens namelijk wel van niet-christelijke ouders dat ze niet in opstand komen tegen de christelijke visie van de school. Ze moeten deze accepteren.
Verder verwacht ik van alle leerkrachten op christelijke scholen dat ze zelf écht christen zijn en dit uitdragen, dat ze de grondslag van de school met hart en ziel onderschrijven.
Verder verwacht ik van alle leerkrachten op christelijke scholen dat ze zelf écht christen zijn en dit uitdragen, dat ze de grondslag van de school met hart en ziel onderschrijven.
Voor- en nadelenWat ik als voordeel zie van een multi-etnische christelijke school is dat kinderen op school leren elkaar te respecteren, begrip te krijgen voor elkaars geloof.
In Mattheüs 5:16 staat:
In Mattheüs 5:16 staat:
Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw
Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
We hebben als christenen de opdracht om te getuigen van ons geloof en van Wie God is. In de verzen voor dit vers staan onder andere de bekende woorden dat we het zout op de aarde zijn en het licht in de wereld. We mogen dus ons licht laten schijnen voor anderen, zodat zij zullen zien Wie God is, zodat Hij verheerlijkt wordt. Op een multi-etnische school kunnen we deze opdracht heel praktisch uitvoeren, dit zie ik ook als een voordeel!
Het nadeel is dat je als christelijke leerkracht erg sterk in je schoenen moet staan wil je kunnen getuigen op zo’n school en wil je de kinderen iets kunnen bijbrengen van het christendom, terwijl zij hun eigen geloof hebben. Verder denk ik dat het godsdienstonderwijs op zich erg lastig is vorm te geven, je moet met deze kinderen namelijk eerst wel een drempel over: de drempel dat ze gewillig zijn om mee te doen met een ander geloof, om samen te bidden, te zingen, te spreken over God. Oftewel het vormen van een geloofsgemeenschap.
Het nadeel is dat je als christelijke leerkracht erg sterk in je schoenen moet staan wil je kunnen getuigen op zo’n school en wil je de kinderen iets kunnen bijbrengen van het christendom, terwijl zij hun eigen geloof hebben. Verder denk ik dat het godsdienstonderwijs op zich erg lastig is vorm te geven, je moet met deze kinderen namelijk eerst wel een drempel over: de drempel dat ze gewillig zijn om mee te doen met een ander geloof, om samen te bidden, te zingen, te spreken over God. Oftewel het vormen van een geloofsgemeenschap.
Werken op een multi-etnische christelijke school Als ik kan kiezen tussen een echte dorpsschool in de buurt van mijn woonplaats of een multi-etnische school in een grote stad, dan zou ik toch kiezen voor een dorpsschooltje. Binnen het team en ook onder de kinderen in je klas zitten mensen die meer dezelfde cultuur hebben als ik, die (in zekere mate) dezelfde opvattingen hebben over godsdienstig onderwijs. Ik kan gewoon makkelijker met zulke mensen overweg, ik ben ook een echt dorpsmens. Ik zou zelf niet willen wonen in de stad en ik denk dat ik minder goed in een team en school pas met echte ‘stadsmensen’.
Toch zeg ik niet gelijk ‘nee’ tegen een multi-etnische school. Ik heb het afgelopen jaar stage gelopen op een school in Harderwijk waar ook aardig veel islamitische kinderen op zaten. Hier heb ik wel gemerkt dat ook dit leuk kan zijn en dat hier ook echt een uitdaging in zit. Het is ontzettend leuk om juist bij zulke kinderen iets te kunnen bereiken, dat geeft toch meer voldoening dan wanneer je hetzelfde bereikt bij een (van huis uit) christelijk kind. Ook vond ik het interessant om in contact te komen met hun cultuur, die heel anders is dan onze Nederlandse cultuur. Wat ook een uitdaging op zich is om dat in de klas te overbruggen. Om ondanks de cultuurverschillen een goed pedagogisch klimaat te creëren in de klas. Wanneer ik ooit op een multi-etnische school zou komen te werken zou het voor mij wel een voorwaarde zijn dat de school een duidelijke christelijke visie heeft, die gebaseerd is op de Bijbel en die aansluit bij mijn interpretaties. Ook verwacht ik dat er dan een positieve christelijke sfeer is in het team, dat alle leerkrachten het als een opdracht zien om te getuigen voor de kinderen. Ik denk dat je anders ook te snel wordt opgezogen en je je moeilijk kunt staande houden. Wanneer er bijvoorbeeld in de school de mening heerst dat in elk geloof wel iets goeds zit en het dus niet uitmaakt welk geloof je aanhangt of wanneer er de overtuiging is dat we allemaal in dezelfde god geloven. De Bijbel dient het fundament van het onderwijs te zijn, ook op een multi-etnische school.
Toch zeg ik niet gelijk ‘nee’ tegen een multi-etnische school. Ik heb het afgelopen jaar stage gelopen op een school in Harderwijk waar ook aardig veel islamitische kinderen op zaten. Hier heb ik wel gemerkt dat ook dit leuk kan zijn en dat hier ook echt een uitdaging in zit. Het is ontzettend leuk om juist bij zulke kinderen iets te kunnen bereiken, dat geeft toch meer voldoening dan wanneer je hetzelfde bereikt bij een (van huis uit) christelijk kind. Ook vond ik het interessant om in contact te komen met hun cultuur, die heel anders is dan onze Nederlandse cultuur. Wat ook een uitdaging op zich is om dat in de klas te overbruggen. Om ondanks de cultuurverschillen een goed pedagogisch klimaat te creëren in de klas. Wanneer ik ooit op een multi-etnische school zou komen te werken zou het voor mij wel een voorwaarde zijn dat de school een duidelijke christelijke visie heeft, die gebaseerd is op de Bijbel en die aansluit bij mijn interpretaties. Ook verwacht ik dat er dan een positieve christelijke sfeer is in het team, dat alle leerkrachten het als een opdracht zien om te getuigen voor de kinderen. Ik denk dat je anders ook te snel wordt opgezogen en je je moeilijk kunt staande houden. Wanneer er bijvoorbeeld in de school de mening heerst dat in elk geloof wel iets goeds zit en het dus niet uitmaakt welk geloof je aanhangt of wanneer er de overtuiging is dat we allemaal in dezelfde god geloven. De Bijbel dient het fundament van het onderwijs te zijn, ook op een multi-etnische school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten