woensdag 14 december 2011

De 7 eigenschappen van effectief leiderschap - Covey

Opbouw van het boek

We zijn wat we herhaaldelijk doen.
Uitmuntendheid is dan ook geen handeling, maar een eigenschap.
ARISTOTELES
Het boek ‘De zeven eigenschappen van effectief leiderschap’ gaat, zoals de titel al zegt, over 7 eigenschappen die een effectieve leider nodig heeft. In die eigenschappen zit een opbouw; eigenschap nummer 1 is nodig voor eigenschap nummer 2, nummer 2 is nodig voor nummer 3. Daarom kunnen deze eigenschappen ook niet los van elkaar gezien worden.
Het boek is eigenlijk opgedeeld in drie stukken. Eerst de overwinningen op jezelf (eigenschap 1,2 en 3), daarna de overwinningen met de omgeving (eigenschap 4,5 en 6) en als laatste vernieuwing(eigenschap 7)
In deze samenvatting laten we zien wat elke eigenschap nu precies inhoudt en hoe je eraan kunt werken.

Principes en paradigma’s

Echte allure bestaat in deze wereld alleen
bij de gratie van een onberispelijke levensstijl.
DAVID STARR JORDAN             
Vooraf is het belangrijk om te weten wat principes en paradigma’s zijn, daarom heeft het boek eerst een inleiding hierover.
Paradigma: ons referentiekader (model/kader): ons gedrag is gebaseerd op aannames.
Paradigmaverschuiving: van concept A naar B. (aha-erlebnis) Dit kan met een schok of geleidelijk gebeuren. Een paradigmaverschuiving stelt ons in staat om de omgeving anders te zien.
Denk aan het voorbeeld van de man in de trein. Zijn kinderen waren lawaaierig, veel mensen ergerden zich hieraan. Na een tijdje zei hij er wat van. Toen bleek dat hun moeder net was overleden. Hij reageerde ineens heel anders, zag de hele situatie anders. Hij was nu heel begrijpend.
P/PM-balans: P= productie, PM=productiemiddel.
Denk aan het voorbeeld van de kip en de gouden eieren. Een man heeft een lievelingskip die ineens gouden eien legt. De man is natuurlijk de eerste keer erg blij wanneer hij het ei vindt. Maar hij is er steeds meer op gericht om gouden eieren te krijgen en let steeds minder op zijn kip. Na een tijd besluit hij de kip te doden om zo alle eieren in een keer te krijgen. Er waren alleen geen eieren, de productie was nu afgelopen.
Hij moet P en PM in balans brengen, dus op allebei letten. Als je het PM (de kip) niet in de gaten houdt lukt de P (de gouden eieren) ook niet meer.


Overwinningen op jezelf

1.     Wees proactief

Niets is zo bemoedigend
als het onmiskenbaar vermogen van mensen
om hun leven meer inhoud te geven
door met hart en ziel daarnaar te streven.
HENRY DAVID THOREAU
De eerste eigenschap is gericht op jezelf. Het is allereerst belangrijk om proactief te zijn, van daaruit kun je gaan werken aan de anderen eigenschappen.
Op een stimulus volgt een respons. Zo heb je vaak geconditioneerde responsen. 
Maar tussen een stimulus en een respons zit keuzevrijheid. Deze keuzevrijheid wordt bepaald vanuit je zelfbewustzijn, voorstellingsvermogen, geweten, onafhankelijk wil.
Wanneer je proactief bent beslis je zelf wat de respons wordt op de stimulus, je neemt de keuzevrijheid. Wanneer je reactief reageert volg je de geconditioneerde respons.
Proactiviteit= je bent verantwoordelijk voor je eigen leven. Gevoelens kun je ondergeschikt maken aan je waarden. Je reageert dus vanuit je waarden, deze weet je van jezelf en kun je in crisissituaties toepassen.
Verantwoordelijk, je beslist dus zelf wat het antwoord is. Je bepaalt zelf hoe je je voelt.
Proactieve mensen wijten niets aan de omgeving/de situatie/anderen. Het is een bewuste keuze door jou zelf gemaakt.
Ook heb je de wil om te veranderen.
‘Wie proactief in het leven staat bezit het vermogen om een impuls ondergeschikt te maken aan een waarde’

Reactief= dit is het tegenovergestelde van proactief, je bent dus niet zelf verantwoordelijk.
Je laat je beïnvloeden door de omstandigheden en door de sociale omgeving (wat anderen van jou willen/verwachten). Je laat je leiden door je gevoelens.
Je maakt dus geen bewuste keuze, maar zult vaak zeggen ik ‘moet’ dit doen.
Je zegt: ‘ik ben nu eenmaal zo’, je wilt je niet ontwikkelen/veranderen.
‘Niemand kan je kwetsen zonder jouw instemming’  Dit is een uitspraak van Eleanor Roosevelt. Je hebt de keuzevrijheid om over jezelf te beslissen.   Tijdens de presentatie noemde ik mijn eigen voorbeeld. Wanneer je iets meemaakt wat emotioneel gezien moeilijk is, heb je zelf de keuze hoe je hier mee om gaat. Je kunt zelf beslissen of je dit invloed laat hebben op jouw leven of op je doen en laten.
Maar: ik wil niet zeggen dat een emotionele ervaring geen invloed kan/mag hebben. Dat is namelijk ook niet goed, je kunt niet overal aan voorbij leven.
Je kunt het ook kleiner zien: een opmerking van iemand. Wanneer je goed weet wat jouw basis is, jouw waarden en principes, dan kun je zelf beslissen of je je laat kwetsen door een opmerking van een ander. Het is goed om soms dingen bewust naast je neer te leggen en tegen jezelf te zeggen dat het niet klopt met hoe jij bent en je vast houden aan wat jij belangrijk vindt.
Covey verdeeld de verschillende activiteiten waar je aan deelneemt of bij betrokken bent in twee cirkels. De cirkel van betrokkenheid, dit is alles waarbij je betrokken bent. En de cirkel van invloed, deze cirkel ligt binnen de cirkel van betrokkenheid, en is dus kleiner. Dit is alles waar je ook daadwerkelijk invloed op kunt hebben.
Wanneer je proactief bent richt je je op de activiteiten waar jij echt invloed op kunt hebben, dit zorgt ervoor dat jouw cirkel van invloed automatisch wordt vergroot.
Wanneer je reactief bent richt je je op de cirkel van betrokkenheid en niet alleen op de activiteiten waar je je invloed uit kunt oefenen, dit zorgt ervoor dat je jouw cirkel van invloed verkleind.
 

2.     Begin met het einde voor ogen

Wat voor ons achter ligt
zijn kleinigheden
vergeleken met wat in ons ligt.
OLIVER WENDELL HOLMES  
Vraag je eens af wat je wilt dat er gezegd wordt op je begrafenis. Stel dat een vriend(in), een familielid, iemand van je werk en iemand van de kerk iets over jou zouden zeggen, wat zou je willen dat ze zeiden. Zo kun je er achter komen wat jouw principes, waarden en doelen zijn.  Richt je daar op in je leven.
Alles wordt tweemaal geschapen. Bijvoorbeeld bij  het bouwen van een huis. Eerst wordt er een tekening gemaakt, en vervolgens ga je bouwen. 
Bij ons gaat dat net zo. De eerste schepping is het bedenken van de ideeën, de tweede schepping is je gedrag.
Reactief= de eerste schepping wordt gedaan door anderen of de omstandigheden.
Proactief= de eerste schepping wordt gevormd door je eigen waarden en principes. Je eigen ontwerp.
Het gaat erom dat je je eigen schepper wordt, dat je je eigen scenario herschrijft. Dus niet alles hoef je nieuw te bedenken, proactieve mensen worden namelijk ook beïnvloed maar maken er hun eigen scenario van. Je zorgt er voor dat je je eigen waarden/bestemming kent.
Zo heb je natuurlijk vanuit je opvoeding belangrijke waarden meegekregen, vanuit deze waarden toon je waarschijnlijk veel automatisch gedrag wat daaruit voortvloeit. Je gaat nu bekijken of deze waarden ook jouw waarden zijn, zo ja dan houdt je ze. Zo niet, dan ben je je er nu bewust van dat je een andere waarde hebt en naar die waarde gaat leven.
Het is goed om een persoonlijke missie te hebben waar je altijd op terug kunt vallen à dit is dan jouw grondwet. Hier kun je kracht uit putten tijdens grote veranderingen of in situatie’s waar emoties een grote rol spelen. Elke beslissingen bij het inzetten van talenten, tijd en energie kun je toetsen aan je missie.
Je kunt verschillende centra hebben in je leven, dit is waar je je zekerheid, wijsheid, sturing en kracht door laat beïnvloeden/afhangen. Voorbeelden zijn je partner, gezin, geld, bezit, werk, genot, vriendschap, vijandschap, geloof, het ‘ik’.
Mensen hebben vaak meerdere centra of ze schommelen heen en weer. Het is goed om één centra te stellen waaruit je de 4 basisfactoren kunt ontlenen.
Goede principes als centrum is het fundament voor het ontwikkelen van de 4 basisfactoren. Je centrum is dan niet meer je gezin of de kerk, maar zijn voor jou belangrijke principes. Je gaat je leven inrichten vanuit deze principes. Hoe jij je dan gedraagt binnen je gezin wordt beïnvloed door deze principes. Hoe jij je gedraagt binnen de kerk wordt ook beïnvloed door deze principes. Deze principes zorgen nu voor je zekerheid, wijsheid, sturing en kracht.

3.     Belangrijke zaken eerst

Wat er het minst toe doet
Mag nooit ten koste gaan van wat er het meest toe doet.
GOETHE
De derde eigenschap is eigenlijk het logische gevolg van eigenschappen 1 en 2. Als je namelijk proactief werkt zorg je ervoor dat je dingen doet waar je invloed op hebt (cirkel van invloed t.o.v. betrokkenheid) en neem je de leiding in die zaken( jij bent namelijk de schepper). Je gebruikt dan je voorstellingsvermogen, geweten, vrije wil en zelfbewustzijn om zaken op te pakken.
Als je begint met het einde voor ogen weet je wat het belangrijkste is. De eerste schepping in je hoofd laat zien wat er moet zijn of komen. Dit is gebaseerd op je verbeeldingskracht en geweten. Hierdoor kun je je ontplooien aan de hand van de eerste schepping.
Wanneer je deze twee zaken combineert kom je dus bij de derde eigenschap uit.
Hierbij is van belang dat je in de gaten houdt met wat voor activiteiten je bezig bent. Dat is af te lezen in de rechtse tabel. Covey pleit ervoor om zoveel mogelijk op het tweede kwadrant (rechtsbovenin) te richten. Daarin vind je, volgens hem, de belangrijkste zaken.
Wat daarbij kan helpen is goed plannen. Plannen kan je op veel manieren doen. Covey heeft daarvoor zijn eigen manier bedacht; het weekrooster (zie onder). Hier heeft hij voor de rollen die hij vervult een aantal doelen gesteld, bijvoorbeeld als rol ‘vader’: de fiets van Sara (repareren, red.). Deze doelen komen terug in de afspraken en toezeggingen in de dagen van de week. Daarbij formuleert hij ook prioriteiten, zaken die belangrijk zijn op een bepaalde dag.
Op deze manier structureert hij het leven en begint hij met de belangrijkste zaken.
Je kan aan deze eigenschap werken door:
-          Kwadrant II- activiteiten ontplooien
-          Analyseer of plan een dag met aandacht voor de verschillende kwadranten; waar ben ik het meest mee bezig?
-          Analyseer wat je rollen zijn en stel daar per week doelen voor op.


Overwinningen met de omgeving

4.     Denk win-win

Geen vriendschap zonder vertrouwen
Geen vertrouwen zonder integriteit.
SAMUEL JOHNSON
De vierde eigenschap draagt bij aan goede samenwerkingen. Het zorgt ervoor dat een samenwerking voor beide partijen voordelig is. Er zijn een aantal situaties als win-verlies, verlies-win en verlies-verlies waar geen goede samenwerking is. Win-win-situaties zijn dan veel beter; iedereen wint dan van de samenwerking.
Het beste is echter win-win-of-geen-akkoord. In die situatie zullen mensen die samen willen gaan werken voor het hoogst haalbare gaan, voor beide personen of groepen. Als iemand zich echter niet helemaal kan vinden in de samenwerking dan komt er geen akkoord. Dat is beter dan dat iemand zich er niet helemaal lekker bij voelt. Voor zo’n beslissing is veel moed en veel consideratie (goede overweging) nodig.
Bij samenwerkingen moet je denken aan de emotionele bankrekening. Wanneer iemand iets leuks voor of met je doet, dan zorgt diegene voor een storting op de emotionele bankrekening. Er kan echter ook iets naars tegen je gedaan worden, dit zorgt voor een opname van de emotionele bankrekening. In allerlei samenwerkingen moet je erop toezien te storten op de emotionele bankrekening. Hierdoor zal de ander zich prettig voelen. Zes belangrijke stortingen zijn: de ander begrijpen, op de details letten, je woord houden, verwachtingen verduidelijken, integriteit tonen, oprecht verontschuldigen voor een opname en de wetten van liefde en leven(onvoorwaardelijk iemand liefhebben), 
Aan deze eigenschap werken door:
-          Met iemand te onderhandelen door veel moed en veel consideratie te zoeken.
-          Probeer bij iemand die je de laatste tijd niet zoveel gesproken hebt een storting op de emotionele bankrekening te doen.
-          Denk na over de vraag met wie er een goede win-win samenwerking begonnen kan worden.

5.     Eerst begrijpen, dan begrepen worden

Het hart heeft de redenen die de rede niet kent.
PASCAL
Om een goede leider te zijn moet je empatisch kunnen communiceren. Daarom moet je goed kunnen luisteren. Je wilt erachter komen wat er precies bij de ander leeft, wat diegene voelt, wat diegene bedoelt. Je moet dan ook eerst diagnosticeren; zorgen dat je goed weet wat de ander bedoelt, dat je je in hem inleeft. Als je goed gediagnosticeerd hebt, dan kun je gaan voorschrijven; dan kun je pas een goed antwoord geven.
Hierbij kan je weer denken aan de emotionele bankrekening. Zorg ervoor dat je diegene goed begrijpt, dan bouw je krediet op.
Oefenen met deze eigenschap:
-          Kies een relatie waarvan de emotionele bankrekening negatief is. Probeer de situatie te begrijpen vanuit zijn oogpunt en schrijf je bevindingen op. Als je met hem in contact komt, luister dan met de intentie om hem te begrijpen. Vergelijk dat wat je gehoord hebt met wat je opgeschreven hebt. In hoeverre waren je bevindingen juist? Heb je echt begrepen wat hij bedoelde?
-          Zeg tegen iemand wat empathie is. Zeg dat je van plan bent om serieus naar hem te luisteren en vraag hem na een week hoe je het hebt gedaan. Vraag hoe hij zich voelde.
-          Doe in een gesprek dat je kan observeren je oren eens je oren dicht. Kijk welke gevoelens uitgewisseld worden, niet in woorden dus nonverbaal.
-          Probeer de volgende keer iets met meer empathie te brengen. Probeer het standpunt van de ander beter weer te geven dan hij zelf doet; en probeer dan begrepen te worden vanuit zijn referentiekader.

6.     Synergie

Ik neem als mijn leidraad de hoop van een heilige:
Bij cruciale kwesties, eenheid,
Bij belangrijke kwesties, verscheidenheid
Bij alle kwesties, grootmoedigheid.
Inaugurele rede van GEORGE BUSH SENIOR
Synergie is te vergelijken met de uitspraak: ‘het geheel is meer dan de som der delen’. Wanneer er synergie is bundelen mensen de vier unieke menselijke kwaliteiten(voorstellingsvermogen, geweten, vrije wil en zelfbewustzijn) met het win-win-motief en de vaardigheden van empatisch luisteren.
Als er synergistisch gewerkt wordt  is men er zich niet altijd bewust van waar het toe zal leiden, maar is er wel een gevoel van opwinding, zekerheid en avontuur. Je gelooft heilig dat het iets oplevert.
Om synergistisch te werken moet je je openstellen met hoofd, hart en uitdrukkingsvaardigheden. Als dit goed gebeurt worden unieke kwaliteiten in een samenwerking gebruikt om samen tot het doel te komen.
Er is tijdens een synergistische samenwerking een goede balans tussen veel vertrouwen en een hoge bereidheid om samen te werken. Zie ook het schema rechts.
Hoe kan je aan deze eigenschap werken? Dat kan door de volgende zaken:
-          Door aan iemand te denken met wie je verschillend denkt en te onderzoeken hoe je samen zou kunnen werken; hoe je samen een ‘derde’ weg kan begaan.
-          Stel jezelf een situatie voor waarin je wel wat meer synergie wilt zien. Welke voorwaarden moeten dan ingevuld worden? Kun je daar invloed op uitoefenen.
-         Als je met iemand vastloopt, probeer dan eens oog te krijgen voor de belangen die schuilgaan achter zijn standpunten.  Richt je daarop met de nodige creativiteit en op een manier die voor beiden voordelig is.

Vernieuwing

7.     Houd de zaag scherp

Als ik zie welke grote gevolgen kleine dingen kunnen hebben,
denk ik wel eens…
er bestaan helemaal geen kleine dingen.
BRUCE BARTON

Geen opmerkingen:

Een reactie posten