Tijdens de eerste les waarbij we het model van Quinn uitgelegd kregen, heb ik al vlug een inschatting gemaakt van mezelf. Ik dacht dat ik vooral aan de RDM-kant zat. Ik wil namelijk vaak doelgericht bezig zijn, ik heb ook snel voor ogen hoe we het einddoel kunnen halen. Ik zie het overzicht in een opdracht. Daarnaast herkende ik ook het wat meer vernieuwende karakter van de OSM-kant. Ik had het idee dat ik de IPM-kant niet echt hoefde te ontwikkelen, omdat ik dit automatisch al wel veel doe. Maar ik had ook niet het idee dat dit mijn sterkste kant is. Daarnaast lag voor mij de uitdaging vooral bij HRM, ik moet leren meer te kijken naar de behoeftes van mensen om mij heen. Ik denk dat ik daarin één op één wel sterker ben, dan in een groep. Ik kan bijvoorbeeld wel een coachende rol aannemen.
Om een goed beeld te krijgen van mijn rollen in het model van Quinn heb ik zelf de test ingevuld op internet en heb ik deze test in laten vullen door een vriendin/medestudent en door mijn SLB’er. Zij hebben mij beiden in verschillende situaties gezien. Ik werk erg veel samen met deze vriendin, ik doe met haar vaak de opdrachten voor school. Daarnaast zit zij ook bij mij op de stageschool en bij mij in het studieteam, ze ziet mij dus in veel verschillende situaties en heeft ook al vaak meegemaakt hoe ik ben in een bepaalde situatie. Ik vind het interessant om te kijken hoe ik op haar overkom.
Mijn SLB’er heeft mij vooral tijdens de studieteam uren gezien, daarnaast heeft ze ook wat meegekregen en gezien van hoe ik ben binnen de stageschool én zij heeft mij een paar keer in de klas op CHE gezien. Ook zij heeft dus gezien hoe ik verschillende situaties kan zijn.
Hieronder zet ik de resultaten hiervan naast elkaar:
Mijn SLB’er heeft mij vooral tijdens de studieteam uren gezien, daarnaast heeft ze ook wat meegekregen en gezien van hoe ik ben binnen de stageschool én zij heeft mij een paar keer in de klas op CHE gezien. Ook zij heeft dus gezien hoe ik verschillende situaties kan zijn.
Hieronder zet ik de resultaten hiervan naast elkaar:
Eigen resultaat
Hoogst: Bemiddelaar
15 punten voor stimulator
11 punten voor mentor
15 punten voor innovator
17 punten voor bemiddelaar
16 punten voor producent
14 punten voor bestuurder
11 punten voor coördinator
13 punten voor controleur
Resultaat medestudent
Hoogst: Controleur
15 punten voor stimulator
16 punten voor mentor
13 punten voor innovator
16 punten voor bemiddelaar
14 punten voor producent
17 punten voor bestuurder
15 punten voor coördinator
18 punten voor controleur
Resultaat SLB’er
Hoogst: Bemiddelaar
14 punten voor stimulator
15 punten voor mentor
15 punten voor innovator
16 punten voor bemiddelaar
14 punten voor producent
15 punten voor bestuurder
13 punten voor coördinator
13 punten voor controleur
Het eerste wat mij opvalt is dat er veel overeenkomsten zijn tussen de verschillende resultaten en dat het verschil tussen de hoogste en de laagste score niet erg groot is.
Zo heb ik bij alle drie de resultaten een vrij hoge score voor de bemiddelaar. Dit houdt in dat ik geneigd ben mijn externe positie op te bouwen en op zoek ga naar win-winsituaties. Ik vind het bij deze rol lastig om aan te geven in hoeverre dit ook werkelijk bij mij past, ik heb namelijk nog (te) weinig kennis van deze rol, hier krijgen we namelijk pas wat meer over in blok 4. Ik ben denk ik wel sneller geneigd om extern gericht te zijn dan om intern gericht te zijn. Daarbij is mijn beeld van een OSM’er ook dat deze persoon vernieuwend is, dit herken ik wel bij mezelf.
De scores bij stimulator, innovator en producent liggen ook bij alledrie aardig dicht bij elkaar. In de rol van stimulator probeer ik in de gaten te houden of iedereen meekomt tijdens een vergadering en of iedereen het eens is met de besluiten. Ook wil ik, wanneer ik merk dat iemand geen goed gevoel heeft of iemand te kort gedaan is, weten wat deze persoon vindt. Ik ben hierbij wel goed in de communicatie met een ander en kan zeggen wat ik zie en vind. Wanneer ik me er van bewust ben kan ik de rol van stimulator goed vervullen, al kost mij dit wel meer moeite. Ik ben wel analytisch wat hieraan meewerkt, waardoor ik dingen dus wil doorgronden. Ik ben alleen niet altijd iemand die gelijk de sfeer proeft in een team, ik ben geneigd om dingen meer te bekijken vanuit logica/kennis dan vanuit gevoel.
De rol van innovator ligt dichtbij die van bemiddelaar. Wat ik hierin ook herken is het vernieuwende karakter, ik ben vaak op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Ook heb ik hierbij geen grote angst voor mislukking, ik heb vaak het idee dat het wel moet lukken en ben dan ook erg enthousiast.
Wat ik herken bij de producent is het grote verantwoordelijkheidsgevoel en de hoge productiviteit. Ik wil dat er hard gewerkt wordt, niet alleen door mijzelf maar ook door degenen met wie ik samenwerk. Vaak heb ik ook duidelijk voor ogen waar we naartoe werken, heb ik het doel voor ogen.
Bij de rollen van mentor, bestuurder, coördinator en controleur verschillen de scores wat meer.
Ik heb mijzelf niet erg hoog ingeschat als mentor, toch krijg ik hier van mijn medestudent en slb’er een hogere score voor. Wat ik herken uit deze rol is het bezig zijn met ontwikkeling van mensen, ik wil wanneer ik met anderen samenwerk wel graag dat zij zich ook ontwikkelen. Ook kan ik wel goed luisteren wanneer anderen ergens mee zitten. Ik denk dat ik in deze rol nog wel te weinig gevoelig en benaderbaar ben, sommigen zullen niet makkelijk naar mij toe komen.
Ik kan in de rol van bestuurder de doelen opstellen en een opdracht structureren, al doe ik dit niet altijd. Ik denk dat ik in de samenwerking met mijn medestudent deze rol wat meer op me neem.
Als laatst wil ik de rollen van controleur en coördinator toelichten. Ook hiervan weet ik nog minder dan van de HRM- en RDMrollen. Wat mij opvalt bij de verschillende uitkomsten is dat ik van mijn medestudent bij beide hogere scores krijg. Ik denk dat ik inderdaad in samenwerking met haar vaak zorg voor de structuur in een opdracht en ook al het werk nog eens goed controleer. Ook zorg ik er dan vaak voor dat we taakgericht bezig blijven. In andere situaties doe ik dit waarschijnlijk minder.
De uitkomsten leveren voor mij wel een beeld op van mijn verschillende rollen in verschillende situaties. Zo zorg ik in samenwerking met mijn medestudent meer voor de structuur en de doelen en deels ook en zorgt zij voor de creativiteit en goede samenwerking met anderen. Ik zit dan dus meer aan RDM- en IPMkant. En zij vervult meer de rollen van HRM en OSM. Dit beeld is nu wel erg zwart-wit, want we wisselen de rollen ook wel meer uit. Maar dit is hoe we over het algemeen gezien het meest samenwerken.
Uit de resultaten van mijn SLB’er kan ik aflezen dat ik het meest de rol van bemiddelaar vervul. Daarnaast reageer ik ook veel vanuit de rollen van bestuurder, innovator en mentor. Wat opvalt is dat ik voor controleur en coördinator het laagst scoor. Ik zou deze rollen dus meer kunnen ontwikkelen. Wanneer ik deze uitkomst naast die van mijzelf leg, kom ik tot dezelfde conclusie. Ik scoor vooral laag op de IPMrollen.
Uit de resultaten van mijn SLB’er kan ik aflezen dat ik het meest de rol van bemiddelaar vervul. Daarnaast reageer ik ook veel vanuit de rollen van bestuurder, innovator en mentor. Wat opvalt is dat ik voor controleur en coördinator het laagst scoor. Ik zou deze rollen dus meer kunnen ontwikkelen. Wanneer ik deze uitkomst naast die van mijzelf leg, kom ik tot dezelfde conclusie. Ik scoor vooral laag op de IPMrollen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten